Hoge bomen
Dit zijn de hoogste bomen in het Voedselpark, vaak bestaande uit loofbomen die veel zonlicht opvangen en schaduw bieden aan de lagen eronder. Ze helpen ook om de wind te breken en het microklimaat te reguleren.
Lage bomen
Dit zijn kleinere fruit- of notenbomen die onder de hogere bomen groeien. Ze profiteren van gefilterd licht en kunnen goed gedijen in gedeeltelijke schaduw.
Struiken
Deze laag omvat middelgrote planten en struiken die bessen en ander klein fruit produceren. Ze vormen een belangrijke voedselbron en bieden beschutting voor kleinere dieren.
Kruiden en vaste groentes
Deze laag bevindt zich op de grond en bestaat uit vaste planten maar ook planten die zichzelf kunnen uitzaaien.
Eetbare wortels en knollen
Deze planten bevinden zich voor het grootste gedeelte onder de grond.
Bodembedekkers
De planten die zich op de grond bevinden, voortbewegen en laag blijven maar ondertussen ook de bodem tegen uitdroging beschermen.
Klimplanten
Deze laag bestaat uit klimmers die zich aan de bomen of struiken hechten en op eigen kracht groeien. Een van de meest bekende in de natuur is de druif.
De lagen